Morgenrood verscheen in 1881 en is wederom, na ‘Menselijk al te menselijk’ gevuld met honderden aforismen. Hieronder kunt u er 27 lezen. De herkomst van de titel wil ik niet onvermeld laten; Het komt van een versregel van een oude Indische hymne dat als volgt gaat: 'Er is zoveel morgenrood dat nog nooit geschenen heeft.' Begrijpelijk waarom hij deze tekst zo aansprekend vond. Voor Nietzsche was het morgen rood ook een teken van de naderende helderheid die hij in zijn persoonlijke leven verwachte naar andermaal een zware tijd te hebben gehad. Meer wegen worden er in dit boek open gelegd om de mens daaronder te laten schijnen in zijn aardse bestaan.


62 Over de oorsprong van religies

Hoe kan iemand zijn eigen mening over de dingen ervaren als een openbaring? Dit is het probleem van het ontstaan van religies: telkens was er dan een mens aanwezig in wie dit proces mogelijk was. Voorwaarde is, dat hij al tevoren in openbaringen geloof­de. Nu krijgt hij op zekere dag plotseling zijn nieuwe ge­dachte, en het gelukkig stemmende van een eigenaardige grootse, de wereld en het bestaan omspannende hypothe­se dringt zich met zo'n kracht aan het bewustzijn op, dat hij het niet waagt zich de schepper van een dergelijke ge­lukzaligheid te voelen en de oorzaak daarvan en dan weer de oorzaak van de oorzaak van die nieuwe gedachte toe­schrijft aan zijn god: als diens openbaring. Hoe zou een mens oorzaak kunnen zijn van een zo groot geluk! – zo luidt zijn pessimistische twijfel. Bovendien zijn in het ver­borgene nog andere hefbomen aan het werk: bijvoorbeeld men bekrachtigt voor zichzelf een mening door haar als openbaring te ervaren, men schrapt hiermee het hypothe­tische, men onttrekt haar aan kritiek, aan de twijfel zelfs, men maakt haar heilig. Zo vernedert men weliswaar zich­zelf tot organon, maar onze gedachte zegeviert tenslotte als gedachte Gods,-dit gevoel krijgt, om uiteindelijk over­winnaar te blijven, de overhand op dat gevoel van verne­dering. Er speelt nog een ander gevoel op de achter­grond mee: wanneer men zijn voortbrengsel boven zichzelf verheft en schijnbaar van zijn eigen waarde afziet, is hier­bij toch sprake van het triomferen van vaderliefde en va-dertrots, die dat alles goedmaakt en meer dan goed­maakt.

Geen opmerkingen: