Morgenrood verscheen in 1881 en is wederom, na ‘Menselijk al te menselijk’ gevuld met honderden aforismen. Hieronder kunt u er 27 lezen. De herkomst van de titel wil ik niet onvermeld laten; Het komt van een versregel van een oude Indische hymne dat als volgt gaat: 'Er is zoveel morgenrood dat nog nooit geschenen heeft.' Begrijpelijk waarom hij deze tekst zo aansprekend vond. Voor Nietzsche was het morgen rood ook een teken van de naderende helderheid die hij in zijn persoonlijke leven verwachte naar andermaal een zware tijd te hebben gehad. Meer wegen worden er in dit boek open gelegd om de mens daaronder te laten schijnen in zijn aardse bestaan.


552 De ideale zelfzuchtigheid

Bestaat er een van wijding meer vervulde toestand dan die van de zwangerschap? Alles wat men doet, te doen in het stille geloof dat het hoe dan ook het wordende in ons ten goede moet komen! Dat het zijn mysterieuze waarde, waaraan wij met verrukking denken, verhogen moet! Dan gaat men veel uit de weg zonder zich veel geweld te hoeven aandoen! Dan onderdrukt men een heftig woord, men geeft verzoenlijk de hand: uit het mild­ste en beste moet het kind voortkomen. Wij huiveren voor onze scherpte en abruptheid: als die nu eens de dier­baarste onbekende een druppel onheil in de beker van zijn leven liet vallen! Alles is versluierd, vol voorgevoel, men weet van niets hoe het toegaat, men wacht af en pro­beert bereid te zijn. Daarbij leeft er een zuiver en zuive­rend gevoel van diepe onverantwoordelijkheid in ons, on­geveer zoals een toeschouwer dat heeft voor een gesloten doek,-/;e£ groeit, het treedt aan de dag: wij hebben niet het vermogen ook maar iets te bepalen, noch zijn waarde noch zijn uur. We zijn volledig aangewezen op elke indi­recte zegenende en werende invloed. 'Wat hier groeit, is iets wat groter is dan wij zelf zijn' is onze geheimste hoop: daarvoor bereiden wij alles voor, opdat het voor­spoedig ter wereld kan komen: niet alleen al het nuttige, maar ook de hartelijkheden en kransen van onze ziel.-In deze wijding moet men leven! Kan men leven! Of het ver­wachte nu een gedachte is, een daad,-wij staan tot elk wezenlijk volbrengen in geen andere verhouding dan die van de zwangerschap en moeten de aanmatigende woor­den over 'willen' en 'scheppen' in de wind slaan! Dit is de ware ideale zelfzuchtigheid: altijd te zorgen en te waken en de ziel stil te houden, opdat onze vruchtbaarheid een mooie afloop krijgt! Zo, op deze onrechtstreekse manier, zorgen en waken wij voor het nut van allen; en de stemming waar­in wij leven, deze trotse en milde stemming, is een olie, die ook in onze wijde omgeving over de onrustige zielen uitvloeit.-Maar wonderlijk zijn de zwangeren! Laten wij dus ook wonderlijk zijn en het de anderen niet euvel dui­den wanneer zij het moeten zijn! En zelfs wanneer dit ernstige en gevaarlijke vormen aanneemt: laten wij ook dan niet in ons ontzag voor het wordende ten achter blij­ven bij de wereldse gerechtigheid, die rechter en beul niet toestaat een zwangere vrouw aan te raken!

Geen opmerkingen: