Morgenrood verscheen in 1881 en is wederom, na ‘Menselijk al te menselijk’ gevuld met honderden aforismen. Hieronder kunt u er 27 lezen. De herkomst van de titel wil ik niet onvermeld laten; Het komt van een versregel van een oude Indische hymne dat als volgt gaat: 'Er is zoveel morgenrood dat nog nooit geschenen heeft.' Begrijpelijk waarom hij deze tekst zo aansprekend vond. Voor Nietzsche was het morgen rood ook een teken van de naderende helderheid die hij in zijn persoonlijke leven verwachte naar andermaal een zware tijd te hebben gehad. Meer wegen worden er in dit boek open gelegd om de mens daaronder te laten schijnen in zijn aardse bestaan.


174 Morele mode van een handeldrijvende maatschappij

Achter de grondstelling van de huidige morele mode: 'Morele handelingen zijn de handelingen van sympathie voor an­deren' zie ik een sociale drift van bevreesdheid aan het werk, die zich op deze wijze intellectueel vermomt: deze drift wil, als hoogste, belangrijkste, primaire goed, dat aan het leven alle gevaarlijkheid ontnomen wordt, die het vroe­ger heeft gekend, en dat daaraan iedereen met al zijn krach­ten moet meehelpen: daarom mogen slechts handelingen die gericht zijn op de gemeenschappelijke veiligheid en het veiligheidsgevoel van de maatschappij, het predikaat 'goed' ontvangen!-Hoe weinig vreugde moeten de men­sen tegenwoordig aan zichzelf beleven, wanneer een der­gelijke tirannie van de bevreesdheid hun de hoogste ze­denwet voorschrijft, wanneer zij zich zo klakkeloos laten bevelen voor zichzelf in het geheel geen oog te hebben, maar wel voor elke misstand, voor elk lijden elders zelfs lynxogen te hebben! Zijn wij eigenlijk bij een dergelijke ongehoorde opzet om alle scherpe kantjes van het leven af te vijlen niet heel hard op weg om de mensheid tot zand te maken? Zand! Nietig, zacht, rond, oneindig zand! Is dat jullie ideaal, jullie herauten van de sympathische aan­doeningen? -Intussen blijft wel de vraag onbeantwoord of men de ander meer tot nut is door hem voortdurend direct bij te springen en te helpen-wat toch alleen in zeer opper­vlakkige zin kan gebeuren, zolang het geen tiranniek in­grijpen en omvormen wordt-of door uit zichzelf iets te vormen wat de ander met genot aanschouwt, iets als een fraaie, rustige, besloten tuin, die hoge muren heeft tegen stormen en tegen het stof van de landwegen, maar ook een gastvrije poort.

Geen opmerkingen: