Morgenrood verscheen in 1881 en is wederom, na ‘Menselijk al te menselijk’ gevuld met honderden aforismen. Hieronder kunt u er 27 lezen. De herkomst van de titel wil ik niet onvermeld laten; Het komt van een versregel van een oude Indische hymne dat als volgt gaat: 'Er is zoveel morgenrood dat nog nooit geschenen heeft.' Begrijpelijk waarom hij deze tekst zo aansprekend vond. Voor Nietzsche was het morgen rood ook een teken van de naderende helderheid die hij in zijn persoonlijke leven verwachte naar andermaal een zware tijd te hebben gehad. Meer wegen worden er in dit boek open gelegd om de mens daaronder te laten schijnen in zijn aardse bestaan.


533 Wij beginnelingen

Wat raadt en ziet een toneelspeler niet allemaal, wanneer hij een ander ziet spelen! Hij weet wan­neer er een spier aan een gebaar de dienst weigert, hij onderscheidt die kleine, gemaakte dingen die afzonderlijk en koelbloedig voor de spiegel ingestudeerd zijn en niet met het geheel willen vergroeien, hij voelt aan wanneer de speler door zijn eigen inval op het toneel verrast wordt en deze juist door verrast te zijn bederft.-Hoe anders kijkt een schilder naar een zich voor zijn ogen bewegende mens! Hij voegt er door zijn blik vooral veel aan toe, om het aanwezige te completeren en tot zijn volledige ont­plooiing te brengen; hij probeert in zijn geest verschillen­de belichtingen van hetzelfde onderwerp uit, hij deelt de som van de effecten door het contrast dat hij eraan toevoegt.-Hadden wij om te beginnen maar eens de blik van deze toneelspeler en deze schilder om er het rijk van de menselijke ziel mee te verkennen!

Geen opmerkingen: