Morgenrood verscheen in 1881 en is wederom, na ‘Menselijk al te menselijk’ gevuld met honderden aforismen. Hieronder kunt u er 27 lezen. De herkomst van de titel wil ik niet onvermeld laten; Het komt van een versregel van een oude Indische hymne dat als volgt gaat: 'Er is zoveel morgenrood dat nog nooit geschenen heeft.' Begrijpelijk waarom hij deze tekst zo aansprekend vond. Voor Nietzsche was het morgen rood ook een teken van de naderende helderheid die hij in zijn persoonlijke leven verwachte naar andermaal een zware tijd te hebben gehad. Meer wegen worden er in dit boek open gelegd om de mens daaronder te laten schijnen in zijn aardse bestaan.


314 Uit het gezelschap van de denkers

Midden in de oceaan van het worden ontwaken we op een eilandje dat niet gro­ter is dan een sloep, wij avonturiers en trekvogels, en kij­ken hier een poosje rond: zo gehaast en zo nieuwsgierig mogelijk, want hoe snel kan niet de wind ons wegblazen of een golf over het eilandje spoelen, zodat er niets meer van ons over is! Maar hier, op deze kleine ruimte, vinden we andere trekvogels en horen we over vroegere,-en zo beleven we een kostelijke minuut van inzicht en ontraad­seling, onder vrolijk geklapwiek en wederzijds gekwetter, en gaan in de geest op avontuur uit over de oceaan, niet minder trots dan de oceaan zelf!

Geen opmerkingen: